In coronatijd is zondag een verschrikking

YouTube, Facebook, WhatsApp. Media genoeg om de kerk te vervangen, zou je zeggen. Maar er wordt wel heel erg luchtig gedaan over kerk-zijn in coronatijd. Iedere zondag is een verschrikking.

Eén van mooiste dingen van de kerk is dat ik mensen ontmoet die ik normaal gesproken nooit tegen het lijf zou lopen. Een asielzoeker die vanwege zijn situatie in onzekerheid leeft. Een kerel die glunderend kan vertellen over bladblazen en vuilnisbakken legen, zijn fulltime job. Een tiener die de komende week alles op alles zet om het volgende level van zijn computerspel te bereiken. Een heerlijk zooitje ongeregeld.

We zijn met ongeveer 100 mensen in totaal. En we noemen onszelf ‘kerk’ (je moet toch iets verzinnen). Na het ontbijt nemen mensen plaats in de kerkbanken en kerkstoelen. We zingen liederen in het Nederlands en Farsi, vanwege de relatief grote groep Iraniërs en Afghanen. De spreker vertelt een verhaal uit de Bijbel, gevolgd door een vragen- en gespreksronde. Na afloop volgt een derde helft met een hapje en een drankje.

Kerken doen er nu van alles aan om dat wat hierboven beschreven staat digitaal te organiseren. In kerken waar de preek van de dominee centraal staat, is dat goed te doen. Maar in multiculturele gemeenschappen waar veel tijd en energie in ontmoeting wordt gestoken, is dat een stuk ingewikkelder. De grootste winst van een gesprek via Zoom is dat de verbinding niet hapert. Ieder leuk gesprekje dat daarop volgt is mooi meegenomen.

Ik mis de vriendelijke blikken van mensen als we de kerk binnenlopen.

Ik mis de mensen die even onze kinderwagen in kijken.

Ik mis de soms ongemakkelijke gesprekken aan de ontbijttafel.

Ik mis die jongen die elke zondag naar mij toekomt om te zeggen dat Ajax gaat winnen.

Ik mis die Afghaanse man met wie ik geen gesprek kan voeren, maar mij altijd vriendelijk begroet met een handdruk.

Ik mis de spelende kinderen die rondrennen alsof ze zich voorbereiden op het WK atletiek.

Ik mis de altijd terugkerende mededeling: ‘Wie helpt er na de dienst met de afwas?’

Ik mis de gesprekken tussen Iraniërs die ik inhoudelijk niet kan volgen.

Ik mis het samen zingen van mooie liedjes zoals ‘Welkom in Gods huis’.

Ik mis de kerkbank waar ik een houten kont van krijg.

Ik mis het kinderlied waarbij volwassenen mensen opfleuren met allerlei kinderlijke gebaren.

Ik mis de lege batterijen van de microfoon waardoor de dienst moet worden stilgelegd.

Ik mis de collectezakken die er iedere week ellendiger uitzien, maar toch gebruikt blijven worden.

Ik mis de momenten waarop we samen stil zijn om tot God te bidden.

Ik mis het kunst- en vliegwerk dat ik nodig heb om na afloop bij de koffie en thee te kunnen komen.

Ik mist de (bijna) wekelijkse begroeting met die kerel die zich nu de benen uit zijn lijf loopt op de Spoedeisende Hulp-afdeling van het ziekenhuis (succes, makker!).

Ik mis de tieners voor wie het hoogtepunt van de kerkdienst vooral het tafelvoetbal na afloop is.

Ik mis zelfs de korte wandeling van de kerk naar huis om na te genieten van al die indrukken van de paar uur daarvoor.

Vorige week las ik dat coronapatiënten die hersteld zijn heel lang psychische en mentale problemen kunnen houden. Ook voor hen zou het mooi zijn als de kerkdeuren weer snel opengaan. Samen eten, zingen én het Evangelie horen. Dat is nog eens een krachtig medicijn.

Wie dacht dat YouTube of Zoom voor nu de kerk kan vervangen, heeft het mis. Afgelopen weekend konden we Pasen niet in de kerk vieren. De kans is groot dat ook het Pinksterfeest te vroeg komt. Ik hoop dat de eerste kerkdienst na de coronacrisis zo’n groot feest wordt dat het voelt alsof we Pasen, Pinksteren én Kerst op één moment vieren.

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s